Nick
Een beter woord
Bijgewerkt op: 18 apr. 2019
Wie in het antiquariaat een boek beschrijft, ontkomt niet aan het gebruik van een synoniemenwoordenboek. Het lexicon is strikt noodzakelijk. Terwijl je je in het feitelijke deel van de boekbeschrijving vastklampt aan dezelfde termen (want hier ‘p.’ en daar ‘blz.’ is een zonde), moet je in de voetnoot eindeloos variëren op een thema.
In de noot vermeld je de bijzondere eigenschappen van het exemplaar en geef je soms achtergrondinformatie over het boek en de schrijver. Maar al snel is elke handgeschreven opdracht ‘interessant’, elke boekband ‘fraai’ en elk stofomslag ‘schitterend’. Daar wordt een catalogus dus saai en statisch van. Boekbeschrijven is mensenwerk, en dat mag je best laten zien.
Daar komt het synoniemenwoordenboek binnen. Voor elk voor de hand liggend woord is een beter woord te vinden – behalve misschien voor ‘synoniem’. Een ‘verleidelijk’ stofomslag verkoopt zichzelf. Bij een ‘ravissante’ band loopt het water je in de mond. Een ‘veelbetekenende’ opdracht wil je hebben, zodat je zelf alle mogelijke betekenissen kunt verkennen.
Sommige woorden zijn zo vaak misbruikt, herkauwd en op de bladzijde gespuugd dat je hun bestaan wel wilt ontkennen. Maar dan dringen ze zich toch weer aan je op. Mijn laatste aanwinst is een Fundgrube, een mer à boire, een schier onuitputtelijke bron van informatie en fascinatie. Het synoniemenwoordenboek steigert, mijn vingers jeuken, maar het is gewoon waar. De brieven van Gustave Asselbergs aan Jan Cremer zijn echt geweldig.