top of page
  • Foto van schrijverNick

Heldendom

In het kielzog van een stel antiquarische heren bracht ik ergens in de eerste weken van 2009 een avond door met Gerrit Komrij. Veel boekenpraat en gezellige gossip. Komrij was dan wel woonachtig in Portugal, maar hij kende alle laatste literaire roddels uit zijn geboorteland. Hoe kon hij dat allemaal weten? Hij keek mij, die aan deze tafel de jeugd vertegenwoordigde, doordringend aan en vroeg of ik dan niet op Facebook zat. Nee, sorry.


Dat moest ik maar meteen doen. Ik zou er geen spijt van krijgen. Facebook was een geheim genootschap waarin dichters en denkers gelijkgestemden fris van de lever en rond de klok toespraken. Facebook was een gratis abonnement op aforismen en mini-essays. En vertier bracht het ook. Komrij’s grootste ontdekking in dit sociale netwerk was de groep Greek Men in Underwear, met enkele zeer actieve leden.


Dus ik maakte een account aan. (Als Gerrit Komrij toen had gezegd dat ik in de sloot moest springen, had ik dat waarschijnlijk ook gedaan.)


Twee jaar later bleken de statusupdates van de poëten en filosofen weinig te verschillen van die van mijn goede buren en verre vrienden. X had nieuwe schoenen. Y zag dat het regende. Z opende nog een fles.


Begin april 2011 verliet Joost Zwagerman met veel lawaai Facebook en verwijderde zijn account definitief. Menno Wigman trok op hetzelfde moment de stekker eruit. Ik zou terstond met Facebook stoppen als ik een schrijver was, liet ik mijn Facebookvrienden op 27 april weten.


Gerrit Komrij schreef me diezelfde nacht nog in een e-mail:

Uit Facebook stappen, nu ja, het nieuwe heldendom. Van het dak springen, dat is pas iets. Je merkt dat ik je update net op Facebook heb gelezen.

Op 16 december 2011 had ik voldoende moed verzameld om mezelf voorgoed uit te schrijven bij Facebook. Het stond gelijk aan ondergronds gaan. Ik trad toe tot een nieuw verbond, waarvan het ledental snel toenam. Een club van analogen, van ongeïnformeerden.

Niet veel later vertelde Menno Wigman me dat hij toch af en toe op de account van zijn bedvriendin inlogde om te zien wat zijn vrienden op Facebook uitspookten. Menno en Joost keerden allebei terug. Uiteindelijk moest ook ik me weer gewonnen geven.


Maar nu is het klaar. Moeheid, schuldgevoel, datalek, walging. Tot nooit meer ziens, Zuckerberg.


(Heimwee heb ik nu al. Naar de tekeningen van Paul van der Steen, de inkt nog niet droog. Naar de geestige verhandelingen van professor Jos Joosten. Naar de eekhoorn bij mijn ouders in het bos, de hoofdrol in vijftien filmpjes. Naar de boekbanden van Philipp Janssen, goud op snee. Naar de columns van Peter Middendorp, buiten de betaalmuur van de Volkskrant om. En wellicht en zelfs misschien toch ook naar de lijkenpikkerij van de ongevaarlijke gek Bob Polak.)


Graag geef ik gehoor aan de oproep van Arjen Lubach, die weliswaar niet zulke prachtige sonnetten schrijft als Gerrit Komrij maar die hem in zijn kritiek op de media aardig weet te evenaren. Zondag gaf Lubach me net dat duwtje richting de afgrond van een totaal sociaal isolement dat ik nodig had.


De cirkel is weer rond. Een blauwe cirkel met een witte f in het midden.

35 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

In de net verschenen gezamenlijke catalogus van de NVvA biedt Fokas Holthuis met een ietwat bescheiden aantal uitroeptekens de ultieme verzameling Gerrit Komrij te koop aan. Achteraf is het de laatste

Hoewel ik alle dichtbundels van Menno Wigman wel in huis heb, de meeste in veelvoud, haastte ik mij gisteren naar de boekhandel om zijn Verzamelde gedichten (2019) aan te schaffen. Samenstellers Rob S

Dode dichters en schrijvers doen niet aan copyright, dacht ik vroeger. Daarom hebben de eerste proeven van mijn drukwerk auteurs als Marcellus Emants, John Gambril Nicholson en Wilfred Smit. De eerste

bottom of page