Nick
Fictieve boekenkast
Op vrijdag 24 januari jongstleden werd in Leiden een geleerd boek gepresenteerd. Vier sprekers vertelden kort over verschillende aspecten van spotcatalogi van niet-bestaande boeken. Anton van der Lem, vertrekkend conservator van de Universiteitsbibliotheek Leiden, kreeg daarna het eerste exemplaar in handen van Early Modern Catalogues of Imaginary Books (2020). In deze bloemlezing worden verschillende in de zestiende of zeventiende eeuw gedrukte catalogi van niet-bestaande boeken en/of niet-bestaande bibliotheken besproken.
Ik kende het genre van de fictieve catalogus niet, tot ik in 2015 met Freek Heijbroek in de Utrechtse galerie van Niek Waterbolk belandde, omdat Niek eindelijk had ingestemd met een interview voor De Boekenwereld. Achter in zijn zaak stond een vitrine, op de bovenste glasplaat lagen vijf of zes zeldzame voorbeelden van fictieve catalogi. Omdat dit soort drukwerk zelden in de handel komt, groeide zijn verzameling langzamer dan Niek wenste.
Van de fictieve catalogus is het maar een kleine stap (terug) naar de fictieve boekenkast. Ik doel nu niet op hotellobby's met sfeerverhogende boekenplanken van anderhalve centimeter diep waarop honderden ruggen zijn geplakt. Nee, boekenkasten in romans en verzamelingen van personages.
Voor een aanstaande catalogus las ik de zeldzame roman 69 + 1. James Klont (1966) van Freddy de Vree, alias Jan Vlaming. Lezen is hier natuurlijk: bladeren en hier en daar een alinea meepakken. In dit uiterst melige boek belandt het personage Fuckmi Warm in het appartement van Renaat Oo. Ze krijgt een glas whisky en mag even rondkijken.
Goedkeurend streelde ze haar geliefkoosde meesterwerken, Le Cid, van Jarry, De hondertwintig dagen van Sodoma, door Frans de Bruyn, De Leeuw van Vlaanderen en elders, door Walter Soethoudt, Het leven van de heilige Antonius, in achttien delen, vertaald door Gust Gils, René Gysen, Freddy de Vree en Claude Krijgelmans, Donderbal, door Jean-Paul Sartre, De Valsaard, van Strijn Streuvels, Ifigenie in de Taunus, van Wolfgang de Goede, Adam in bevallingschap, van Jonathan Swift, Liefde zonder vrees, door Simon Vinkenoog, en Denken en het toch niet weten, van Leopold de Vlam.
Deze roman is op elk niveau een parodie. James Bond, pikante lectuur, provo, het wordt door deze Vlaming allemaal belachelijk gemaakt. De verzonnen boektitels zijn een grap, er komen schilderijen voorbij met merkwaardige titels ('Naakte kelner met zijn enige vinger in de pan roerend' van Salvador Dalida, 'Twaalfvingerendarm' van Jackson Pollock), en populaire liedjes zijn 'Het was een nacht zwaar kloten' van De Kevers en 'Zarathustra rides again' van The Nietzsches.