Nick
Soundtrack
In de bijna tweeduizend dichtbeschreven en volgetikte vellen die ik voor het brievenboek van Nanne Tepper mocht lezen ben ik geen enkele mededeling over Noorderzon tegengekomen. Als muziekliefhebber en -recensent had hij er natuurlijk wel iets te zoeken, maar Nanne Tepper was niet zo van de festivals. Aan grote mensenmassa’s had hij een hekel (aan middelgrote en kleine trouwens ook). Tepper bracht zijn dagen door achter zijn bureau, schrijvend aan briljante boeken en buitenissige brieven.
Toen Tepper zich begin jaren ’90 op de schrijverij stortte, had hij tien jaar lang een leven geleid dat volkomen rock-‘n-roll was. Poptempel Vera was in de jaren ’80 zijn tweede thuis. Pas als de lichten aan gingen verliet hij zijn stamkroeg. In een terugblik, aan Wilma Siccama, 26 maart 1994:
Bars en barmeisjes, music and misery, broken shoes, and a constant battle with the booze.
De drank afgezworen bleef Tepper zich met klanken omringen. Tom Waits, Frank Zappa en Gustav Mahler waren Teppers grote helden, totdat hij de muziek van de ‘wilde negers’ ontdekte en geen aflevering van het twee uur durende tv-programma Yo! MTV Rapswilde missen. Tijdens het werken aan zijn roman De eeuwige jachtvelden draaide hij onafgebroken muziek. Aan Jack van der Weide, 14 december 1994:
Mijn dagelijkse portie soundtrack tijdens het werken bestaat voor tachtig procent uit hiphop, voor tien uit klassiek, en voor tien uit Zappa en Beefheart.
Hij stelde hoge eisen aan de geluidsapparatuur in zijn ‘werkpaleisje’. Alle knoppen en schuiven moesten in de hoogste stand, het volume voluit. Wanneer hij weer eens zijn boxen had opgeblazen, kon hij in de hifi-zaak maar moeilijk kiezen, want de beste boxen waren niet te betalen. Zijn tweedehands cassettedeck was gereviseerd. De bandjes gangstarap die hij soms bij zijn brieven voegde tapete hij bij zijn jongere broer Wim, want zijn eigen versterker was natuurlijk niet goed genoeg.
Buitenshuis moest muziek ook perfect klinken. Een matige uitvoering van een klassiek concert beschouwde hij haast als een persoonlijke belediging. Eerst schreef hij daar alleen nog in zijn brieven over, maar later ging hij muziek bespreken voor OOR en Prime Time Magazine – ook omdat de meeste recensenten ‘een viool niet van een kat op een zinken dak’ wisten te onderscheiden. Zijn afzeiken was meesterlijk: een symfonie van Mozart klonk dan ‘alsof hij vanonder een graszode opsteeg’.
Toen hem op 1 september 1997 het Belcampo Stipendium werd uitgereikt, mocht Nanne Tepper zelf de muziek uitzoeken. En dus stonden er in de sjieke Statenzaal van het zeventiende-eeuwse Provinciehuis vijf hiphoppers te schreeuwen en te springen. Het was misschien niet het beste geluid, maar verder in elk opzicht een droom van een uitvoering.
Deze column schreef ik voor Radio Noorderzon en las ik voor in de uitzending van 27 augustus 2015.