A. Moonen  Handgeschreven brief aan Jac. van Hattum. Gedateerd: ‘Den Haag 29-1-[19]69’. 239 x 186 mm. Twee bladen. Alleen recto. Gesigneerd: ‘Aart Moonen’. 37 regels. Minieme scheur in eerste blad. Balpenaantekening Jac. van Hattum op verso tweede blad.
 
Vunzig en fraai geformuleerd bericht, bestemd voor ‘Jaapje’, van een jonge schrijver op zoek naar contacten en publicatiemogelijkheden.
 
‘Ik zend het [toneelspel] naar “Centrum” en als zij het niet willen komt het in een keurig mapje. Leuren vind ik meer iets voor kooplui en hoeren.’
 
‘En in één van mijn eenakters dient ritmisch een paardenpik zich vrijelijk over het toneel te kunnen bewegen. Daar heeft zo’n huisdame haar vingers vol aan.’
 
‘Gods telefoonnummer is mij niet bekend, ondanks dat ik er vele interlokale- en nationale gidsen voor opengeslagen en sekuur ingekeken heb. Noppes.’
 
‘P.S. Schrijf me ook eens?’
 
A. Moonen (1937-2007) debuteerde met Stadsgerechten (1978), een autobiografisch relaas vol ‘niet-alledaagse erotiek’. Hij bracht veel tijd door in psychiatrische inrichtingen.