Nummer XIV van 15 op de pers genummerde, in linnen gebonden luxe-exemplaren.
Zeldzame roofdruk door twee Rotterdamse studenten naar de eerste illegale uitgave van dit gedicht. ‘Roland Holst was woedend, omdat het gedicht dat hij onder vertrouwde lezers gratis had verspreid – en niet gestencild – nu buiten hem om voor de destijds aanzienlijke prijs van tien gulden werd verkocht, niet via de officiële boekhandel maar bij enkele antiquariaten.’ Kort na verschijnen werd de roofdruk verboden en moesten de initiatiefnemers reeds verspreide exemplaren terugkopen. Zie: Jan van der Vegt, A. Roland Holst. Biografie (2000), p. 395.
Uit de bibliotheek van E.H. Kossmann (1922-2003), die voorin in inkt zijn naam en de datum van aanschaf schreef: ‘E. Kossmann | 6 Maart ’42’. Met handgeschreven notitievelletje van dezelfde, gedateerd ‘R’dam, 13 April 1942’, met achtergronden bij en kritisch commentaar op deze uitgave.
De Jong 711.
A. Roland Holst, In Memoriam Charles Edgar du Perron et Menno ter Braak
A. Roland Holst
In Memoriam Charles Edgar du Perron et Menno ter Braak. Obierunt Idibus V MCMXL. (Met een inleiding door ‘Anonymus Fecit [= Eddy van der Veen]’.)
[Rotterdam: Eddy van der Veen en Jacques Frenkel], (begin 1942). 250 x 165 mm. Grof heellinnen met titeletiket. (16) p. Gezet uit de Garamont en gedrukt [door drukkerij Borghouts te Rotterdam, volgens eerste eigenaar] in rood en zwart op houtvrij romandruk in een oplage van 50 exemplaren. ‘Tweede uitgave [= vierde druk]’. Linnen deels verbruind. Boekblok iets los. Naam eerste eigenaar op voorste schutblad.