‘Wat je schreef over onze liefde, dat die nooit heeft teleurgesteld, dat ze nooit met banaliteiten heeft afgeschrikt, dat voel ik precies zo.’
Eind 1949 vond tekenaar en dichter Lucebert na vele amoureuze omzwervingen onderdak in de bovenwoning van zijn nieuwe vriend en schrijfkameraad Bert Schierbeek aan het Amsterdamse Vondelpark. Daar raakte Lucebert zeer gecharmeerd van Frieda Koch, Schierbeeks vrouw. Er ontstond een problematische driehoeksverhouding. Schierbeek voelde zich gedwongen zijn huis en gezin, met twee jonge kinderen, te verlaten. Hoe intens, hoe gecompliceerd de liefde tussen Lucebert en Frieda Koch was blijkt uit hun correspondentie.
Lucebert (1924-1994) is een van de grootste Nederlandse dichters. Hij droeg zijn eerste dichtbundels op aan Frieda Koch (1923-1995). Zij was keramiste. Ten tijde van hun turbulente verhouding beschilderde Lucebert vazen en schalen van haar hand.
De brieven zijn bezorgd en ingeleid door Graa Boomsma.
‘Het is een fantastisch boek over die tijd. Het zijn twee kunstenaars die allebei goed kunnen formuleren. Echt zo’n boek om onder de kerstboom te leggen.’
Chrétien Breukers in De Nieuwe Contrabas Podcast
‘Alleen al vanwege die bescheiden rol is het aangenaam haar [= Frieda Koch] nu eens zelf aan het woord te horen, in haar brieven die een lieve en betrokken vrouw tonen die zich tussen andere moeders een meisje voelt dat altijd wat onwennig in de wereld is. [...] Zij heeft hem op een belangrijk moment mede tot grote hoogten opgestuwd. Goed dat haar naam nu ook eens als eerste wordt genoemd.’
Arjan Peters op de website van HP/De Tijd
‘Deze brieven [...] documenteren de momenten dat Koch en Lucebert van elkaar gescheiden waren. Er spreekt een vurig verlangen naar elkaar uit en ze formuleren de droom van een monogame relatie met mekaar. In die zin zijn het liefdesbrieven. Maar tegelijk onderstrepen ze vooral de moeilijkheden of zelfs de onmogelijkheid van hun verhouding.’
Carl De Strycker in Poëziekrant
‘Een paar jaar na de oorlog begon u [= Lucebert] een affaire met de vrouw van uw vriend, de schrijver en dichter Bert Schierbeek. Zij heette Frieda Koch, en uw brieven aan haar zijn onlangs uitgegeven en van een verhelderend voorwoord voorzien door Graa Boomsma.’
Arnon Grunberg in De Gids
Frieda Koch & Lucebert, Wij zijn het paradijs
Frieda Koch & Lucebert
Wij zijn het paradijs. Brieven 1950-1952.