top of page

Aan het begin van zijn loopbaan, voordat hij debuteerde als romancier, schreef Harry Mulisch (1927-2010) recensies van toneeluitvoeringen en dichtbundels. In zijn eerste krantenstukken over poëzie probeert hij, even geestig als meedogenloos, het kaf van het koren te scheiden. Hij kraakt de verstandige lyriek van de huiskamer op zondagmiddag en prijst de gedichten waarin een wonder geschiedt. Hij is een pleitbezorger van de poëzie van Gerrit Achterberg en Hans Lodeizen. Op de voet volgt hij de ontwikkeling van als Lucebert en Bert Schierbeek, wier werk hij raak weet te karakteriseren.

 

In Huiskamerlyriek en atoompoëten zijn de poëzierecensies van Harry Mulisch voor het eerst gebundeld, met inbegrip van zijn polemiek met de gevestigde dichter Hendrik de Vries. De teksten zijn gekozen en bezorgd door Marita Mathijsen en Nick ter Wal. Marita Mathijsen schreef bovendien een verhelderend voorwoord.

 

 

 

PERSSTEMMEN

 

'Voor Mulischverzamelaars is dit boek natuurlijk een absolute must have. Je ziet de nog zoekende, jonge Mulisch aan het werk.'

Tzum

 

'Heel interessant'

Neerlandistiek

 

'Heel aanstekelijk'

Hebban

 

'Het plezierigste boekje dat ik de afgelopen tijd las heet Huiskamerlyriek en atoompoëten [...] In het slaapverwekkende domein van de hedendaagse poëziekritiek, maakt Mulisch’ jeugdige aanpak mij hoopvol en vrolijk.'

Evi Aarens

 

'Daar staan heel interessante poëzierecensies in. [...] Je leest recensies die eigenlijk op zichzelf staan, die meer een theorie van Mulisch zijn.'

Jeroen Vullings

Harry Mulisch, Huiskamerlyriek en atoompoëten

€ 25,00Prijs
  • Harry Mulisch

    Huiskamerlyriek en atoompoëten. Poëzierecensies 1951-1954.

bottom of page