Opdracht van de auteur, aan zijn levensgezellin, in zwarte inkt op het voorste schutblad: ‘Aan Claartje | van | Jacques | Voorburg Mei i942’.
Ongenummerd (auteurs)exemplaar.
In de periode 1926-1932 waren J.C. Bloem (1887-1966) en Clara Eggink (1906-1991) getrouwd geweest. Ze kregen in 1927 een zoon en hielden nauw contact. In de oorlogsjaren groeiden ze naar elkaar toe; in 1944 gingen ze zelfs voor de tweede maal in ondertrouw – maar ze trouwden niet. Eggink verzorgde Bloem wel gedurende de laatste jaren van zijn leven, op haar woonboot De Wijze Uil.
Poëticaal proza: ‘Vorm en inhoud van een gedicht ontstaan tegelijkertijd, zijn volstrekt onscheidbaar. Ik zou eigenlijk nog verder willen gaan en zeggen: zij zijn gelijk, zij zijn hetzelfde. Vorm is inhoud en omgekeerd.’
Van Dijk 561.
J.C. Bloem, Over Poëzie
J.C. Bloem
Over Poëzie.
Den Haag: A.A.M. Stols, 1942. 220 x 153 mm. Verguld karton. Typografie A.A.M. Stols. 32 p. Niet afgesneden. Gezet uit de letter van Nicolas Jenson en gedrukt door C. Blommendaal te Den Haag in rood en zwart op Ossekop van Van Gelder Zonen in een oplage van 500 genummerde exemplaren. Eerste druk. Platten met vlekjes. Rug beschadigd en gelijmd. Ex libris Clara Eggink op binnenzijde voorplat. Vage roestvlekjes in het binnenwerk.