Verrassende verzameling brieven, van uiteenlopende literatoren uit de Lage Landen, gericht aan de bekende Groningse uitgeverij Wolters. Alle brieven handelen over de opname van een prozafragment of een gedicht in een van de literaire bloemlezingen en lesboeken van Wolters, met name Nederlandsche letterkunde van D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens en Taalbloei van M.A.P.C. Poelhekke. Vele titels worden genoemd, evenals tarieven, en sommigen doen suggesties. Enkele auteurs wensen een drukproef van hun werk zien. Bloem en Boutens vragen nadrukkelijk om een gebonden presentexemplaar. Pol de Mont kan vanwege een rechtenkwestie met uitgevers geen toezeggingen doen.
De toestemming verlenende personen zijn: Jo van Ammers-Küller (brief, 1931), Frans Bastiaanse (brief, 1923), J.C. Bloem (briefkaart, 1925), Lodewijk van Deyssel (twee brieven, 1901 en 1923), P.C. Boutens (brief, 1923), C.A.J. van Dishoeck (brief, 1923), Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe (brief, 1939), Marie Koenen (brief, 1925 en briefkaart, 1930), Aart van der Leeuw (brief, 1930), Pol de Mont (briefkaart, 1891), Henriette Roland Holst (brief, 1923) en Albert Verwey (briefkaart, 1904).
De Bussumse uitgever Van Dishoeck treedt hier op namens A. van Collem en Karel van de Woestijne, auteurs uit zijn fonds. Willem Kloos spreekt via zijn echtgenote en Albert Verwey reageert namens de blinde dichter W.L. Penning.
Vrijwel alle brieven hebben een algemene aanhef (‘Hooggeachte Heer’ of ‘M.H.’ [Mijne Heeren]); de eerste brief van Lodewijk van Deyssel is gericht aan Eduard Benjamin ter Horst, ofwel Ter Horst junior, directeur van Wolters.
J.C. Bloem, P.C. Boutens, Lodewijk van Deyssel e.a., Collectie brieven
Jo van Ammers-Küller, Frans Bastiaanse, J.C. Bloem, Lodewijk van Deyssel, P.C. Boutens, C.A.J. van Dishoeck, Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe, Marie Koenen, Aart van der Leeuw, Pol de Mont, Henriette Roland Holst en Albert Verwey
Collectie brieven aan J.B. Wolters, Uitgevers Maatschappij te Groningen.
Tien handgeschreven brieven en vier handgeschreven briefkaarten aan uitgeverij Wolters. Periode 1891-1939. Diverse formaten. Veertien bladen. Recto en deels verso. Alle gesigneerd. Deels gevouwen geweest, deels met twee perforatiegaatjes.