Uitvoerige en onderhoudende brief van de 21-jarige dichter, ter begeleiding van een typoscript-in-doorslag van Vinkenoogs recensie van Langens debuutroman. Vinkenoog schrijft over zijn reis door Zwitserland, een bezoek van de Unesco-dokter, recensies van zijn hand en de allereerste
aflevering van zijn eenmanstijdschrift.
 
‘Wanneer komen jullie? Laat het wel altijd van te voren weten, nietwaar? Ik heb het bed nu uit de kelder gesleept en in de huiskamer gezet, waar het over dag dienstdoet als divan en snachts als bed.’
 
‘Blurb komt binnenkort uit, het is eerder het tegendeel van dualist en spleen e.d. […] n.l. eerder té philosophisch dan grappig, puber-grappig wat het in geen geval is.’
 
Ferdinand Langen (1918-2016) was een van Vinkenoogs eerste literaire vrienden. Langens roman Jacques en Jacqueline (1948) werd door Vinkenoog publiekelijk geprezen.